Micha 3:5

SVAlzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.
WLCכֹּ֚ה אָמַ֣ר יְהוָ֔ה עַל־הַנְּבִיאִ֖ים הַמַּתְעִ֣ים אֶת־עַמִּ֑י הַנֹּשְׁכִ֤ים בְּשִׁנֵּיהֶם֙ וְקָרְא֣וּ שָׁלֹ֔ום וַאֲשֶׁר֙ לֹא־יִתֵּ֣ן עַל־פִּיהֶ֔ם וְקִדְּשׁ֥וּ עָלָ֖יו מִלְחָמָֽה׃
Trans.kōh ’āmar JHWH ‘al-hannəḇî’îm hammaṯə‘îm ’eṯ-‘ammî hannōšəḵîm bəšinnêhem wəqārə’û šālwōm wa’ăšer lō’-yitēn ‘al-pîhem wəqidəšû ‘ālāyw miləḥāmâ:

Algemeen

Zie ook: Profetie (valse), Vrede, Woord van God

Aantekeningen

Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כֹּ֚ה

Alzo

אָמַ֣ר

zegt

יְהוָ֔ה

de HEERE

עַל־

tegen

הַ

-

נְּבִיאִ֖ים

de profeten

הַ

-

מַּתְעִ֣ים

verleiden

אֶת־

-

עַמִּ֑י

die Mijn volk

הַ

-

נֹּשְׁכִ֤ים

bijten

בְּ

-

שִׁנֵּיהֶם֙

die met hun tanden

וְ

-

קָרְא֣וּ

en roepen

שָׁל֔וֹם

vrede

וַ

-

אֲשֶׁר֙

uit; maar die

לֹא־

niet

יִתֵּ֣ן

geeft

עַל־

in

פִּי

hun mond

הֶ֔ם

-

וְ

-

קִדְּשׁ֥וּ

dien zo heiligen zij

עָלָ֖יו

tegen

מִלְחָמָֽה

een krijg


Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!